Les 2

In de vorige les hebben we verschillende soorten hoeken gezien. We spreken over scherpe, rechte, stompe, gestrekte hoeken en nulhoeken. Deze hoeken hebben ook telkens een grootte. Dit zagen jullie ook al in les 1. 

Let op! Tijdens deze les is er een online sessie voorzien! Deze sessie zal tijdens dit lesuur plaatsvinden. De eerste 10 minuten van deze les krijgen jullie om op zelfstandige basis het filmpje 'hoeken' te bekijken, het deel 'Wat kunnen we precies met hoeken doen?' te bekijken en het nodige materiaal te zoeken! Daarna volgt er een online sessie die ongeveer 20 minuten voor iedereen zal duren. De verdere uitleg krijgen jullie bij het onderdeel 'online les'.

Je bekijkt eerst het onderstaande filmpje. Dit vat de belangrijke zaken samen uit les 1. Deze zaken zal je ook zeker en vast goed kunnen gebruiken tijdens les 2! Bekijk het filmpje ter opfrissing van les 1!

Zorg dat de benen van de hoek lang genoeg zijn, zodat je niet moet gokken, maar wel precies kan meten!

• STAP 1: Leg het nulpunt van de geodriehoek op het hoekpunt.

• STAP 2: Draai de geodriehoek zodat de tekenzijde (van de geodriehoek) samenvalt met één van de benen van de hoek. (Let erop dat het nulpunt nog altijd in het hoekpunt ligt!)

• STAP 3: Het tweede been wijst op de graadboog de grootte van de hoek aan.

PAS OP! 
Bij het tweede been vind je 2 getallen terug. Een getal groter dan 90° en een getal kleiner dan 90°. Controleer en bekijk welk soort hoek het is. Dit helpt je bij het kiezen van het juiste getal!
Een scherpe hoek is kleiner dan 90°. Een stompe hoek is groter dan 90°. Dit is leerstof uit les 1.

We maken ook 1 duidelijke afspraak. Omdat je soms niet altijd even nauwkeurig kan zien hoe groot een bepaalde hoek is, mag je 1 graad boven of onder de precieze getalwaarde zitten. Een voorbeeld om dit te illustreren:

In de verbetersleutel staat dat een hoek 46° is. Als jij dan 45° of 47° graden hebt genoteerd, mag je dit ook goedkeuren! Deze afspraak hanteren we in de verschillende oefeningen en bij de toets!